Hoofdaltaar

Terug naar overzicht

Hoofdaltaar

Geschiedenis

Op het vroegere hoofdaltaar prijkte ‘het (groot) Visioen van Sint-Dominicus’ van Rubens, stilistisch te dateren ca. 1618-’20. Dominicus zou een visioen hebben gehad waarin hij zichzelf en zijn vriend Franciscus van Assisi de zondige wereld zag behoeden tegen de toorn van Jezus.

Overeenkomstig de drie grootste zonden waar de mens aan ten prooi valt – hoogmoed, wellust en hebzucht – schiet Christus evenzoveel bliksems af. Daarop tracht Maria Hem te bedaren. Ze stelt Hem twee getrouwe dienaars voor die de wereld kunnen bekeren: Sint-Dominicus en Sint-Franciscus. Door dit altaarstuk werd de aandacht van de dominicanen in het koorgestoelte blijvend op hun zending gevestigd, namelijk in het spoor van hun ordestichter de goddelijke genade van de Zaligmaker te bemiddelen voor de mensheid.

Het marmeren portiekaltaar

De dominicaan en oud-prior Marius Ambrosius Capello, bisschop van Antwerpen, wil zijn klooster een onvergetelijk geschenk nalaten: het marmeren portiekaltaar, hoog verheven op het hoogkoor. De toenmalige kostprijs van 80.000 gulden komt momenteel overeen met liefst ca. 3,8 miljoen euro. Het gevaarte, ontworpen door Ambrosius’ huiskapelaan Frans Van Sterbeeck, wordt uitgevoerd door vader en zoon Peter Verbruggen en gewijd door de mecenas-bisschop in 1670.

Gigantische marmeren zuilen, met een doorsnede van ca. 63,5 cm en een gewicht van ca. 4500 kg, torsen een immens, gebroken fronton, aangezet door twee krolschelpen.

In de centrale nis wordt de apostel Paulus geëerd met zijn titel ‘doctor gentium’, de leraar der volken. Met zwaard en boek in de hand geeft hij te kennen dat hij bereid is de marteldood te sterven voor de prediking van het woord van God: Jezus’ evangelie. De twee open boeken naast hem alluderen mogelijk op de boeken van het Oude Testament, die hij niet langer beschouwt als Gods laatste woord, doch enkel als aanzet voor het Nieuwe Testament. Met een haast bezwerend handgebaar kijkt hij streng naar zijn toehoorders. Bovenop het fronton komen vier engeltjes aangevlogen om hem de attributen van de hemelse beloning voor het martelaarschap aan te bieden: een lauwerkrans en een palmtak.

Het devies van de dominicanen, dat doorloopt op beide krolschelpen – ‘IN FIDE ET VERITATE’ (in geloof en in waarheid) – wordt erboven uitgebeeld door twee gepersonifieerde deugden. Eerst, links, het christelijk geloof met het kruis, waarbij de kelk met geconsacreerde hosties, in de andere hand van deze allegorische figuur, duidt op de specifieke katholieke leer. Rechts wordt de waarheid gesymboliseerd door de ene, universele zon, een open boek van de belezenheid en een triomfantelijke palmtak. Het kruis dat gevat in een reusachtige, glorieuze stralenkrans het geheel bekroont, is het vierkante kruis van de dominicanenorde.

De witmarmeren bustes van de vier westerse kerkvaders verlevendigen de zwartmarmeren altaarbasis, want zij staan symbool voor het theologische denkwerk dat geloof en rede wil verbinden. Van links naar rechts: de boeteling Hiëronymus met de bazuin van het Laatste Oordeel; Ambrosius van Milaan met de bijenkorf van de (honingzoete) welsprekendheid; centraal paus Gregorius met de zinnebeeldige duif van de Heilige Geest, die inspireert bij het dicteren; Augustinus met het vlammend hart. Zij delen ‘de eer der altaren’ met uiterst rechts Sint-Thomas van Aquino, de beroemde dominicaan en theoloog en, sinds 1567, ‘kerkleraar’.

De opdrachtgever kan het niet nalaten om, zij het op relatief bescheiden wijze, zichzelf op dit monument te laten vereeuwigen en enkele biografische gegevens te laten verwerken die duiden op zijn religieuze opgang: als christen gedoopte, als religieus met de drie geloften, als gewijde bisschop.

Gestimuleerd door het voorbeeld van de naburige jezuïeten (de huidige Sint-Carolus Borromeuskerk), rusten de dominicanen ook hun barokke portiekaltaar uit met een systeem om het altaarstuk beurtelings af te wisselen, weliswaar met slechts twee schilderijen. Die werden dan aan weerszijden van een lange verticale as, ruggelings tegen elkaar, opgehangen. Naast de vermelde Rubens kon men De marteldood van Sint-Paulus bewonderen van Theodoor Boeyermans (ca. 1670).

In 1794 worden beide stukken door de Franse bezetter opgeëist en weggevoerd naar Parijs. In 1811 geeft Napoleon ze verder aan regionale musea. Dit is voor de Fransen na de slag bij Waterloo een mooi alibi om ze niet te beschouwen als een onderdeel van de verzameling schilderijen die het Louvre moet restitueren. Dat verklaart waarom Rubens’ Sint-Dominicus nu de blikvanger is van het Musée des Beaux Arts te Lyon, en Boeyermans’ Sint-Paulus bewaard wordt in Aix-en-Provence, nu gerestaureerd in de Ste Marie Madeleinekerk.

Ter vervanging schildert Cornelius Cels in 1807 De Kruisafneming voor het hoofdaltaar.

Voor het tweede schilderij De marteldood van Sint-Paulus (ca. 1670) liet Theodoor Boeyermans zich volledig inspireren door Rubens, die dit thema behandeld had voor het Rood Klooster bij Brussel. Halvelings geknield op een heuvel wacht Paulus, de ogen hemelwaarts gericht, de fatale houw af die zijn hoofd zal doen rollen. Op Paulus’ verzoek komt Plautilla hem blinddoeken, aldus de Legenda Aurea van de dominicaan De Voragine. De toeschouwers op de heuvelflank, soldaten en christenen, vormen mee de barokke diagonale (opwaartse) as die oploopt naar de plek van de terechtstelling. Engeltjes brengen al de laurierkroon en de palmtak van Paulus’ hemelse overwinning aan.

Het witmarmeren antependium (Jan Baptist de Cuyper, 1845) dient voor een uitzonderlijke voorstelling van de eucharistische Christus: Jezus reëel aanwezig in de eucharistie.

In de 17de eeuw krijgt glasschilder Abraham Van Diepenbeeck de opdracht om het levensverhaal van de patroonheilige Paulus in de tien ramen aan weerskanten in het koor uit te beelden.

De huidige vier glasramen achter het hoofdaltaar (H. Leenen, 1967) herinneren aan de populaire heiligen uit de vorige parochiekerk van Sint-Walburgis: Sint-Eligius, Sint-Catharina van Alexandrië, Sint-Amandus en Sint-Walburgis.

De teksten en foto’s die op deze pagina vermeld worden zijn voor het grootste deel overgenomen uit de website van Toerisme Pastoraal Antwerpen: www.topa.be – waar u ook de volledige versie kan consulteren. We hebben bij de redactie eigen accenten gelegd en relevante foto’s toegevoegd.

De teksten en foto’s over de Sint-Pauluskerk op de website van TOPA zijn ook gepubliceerd in het meest recente standaardwerk over onze kerk, dat tijdens de bezoekuren te koop is aan de balie, een echte aanrader:

Rudi MANNAERTS, Sint-Paulus, de Antwerpse dominicanenkerk, een openbaring. Het is een uitgave van vzw Maria-Elisabeth Belpaire en vzw Toerismepastoraal Antwerpen, met steun van het Willy Hendrickx fonds, ISBN 9789080645165.

We danken E.H. Mannaerts en zijn gedreven team voor de toelating om uit zijn werk te kopiëren voor deze website van de Sint-Pauluskerk.

Nieuwsbrief

Blijf op de hoogte

We verzenden een wekelijkse nieuwsbrief met activiteiten en informatie over Sint Paulus.

Inschrijven