Rubens

Terug naar overzicht

Rubens

Kunstcollectie Rubens

Op het vroegere hoofdaltaar reeds prijkte ‘het (groot) Visioen van Sint-Dominicus’ van Rubens, stilistisch te dateren ca. 1618-’20. Dominicus zou een visioen hebben gehad waarin hij zichzelf en zijn vriend Franciscus van Assisi de zondige wereld zag behoeden tegen de toorn van Jezus.

Overeenkomstig de drie grootste zonden waar de mens aan ten prooi valt – hoogmoed, wellust en hebzucht – schiet Christus evenzoveel bliksems af. Daarop tracht Maria Hem te bedaren. Ze stelt Hem twee getrouwe dienaars voor die de wereld kunnen bekeren: Sint-Dominicus en Sint-Franciscus.

Door dit altaarstuk werd de aandacht van de dominicanen in het koorgestoelte blijvend op hun zending gevestigd, namelijk in het spoor van hun ordestichter de goddelijke genade van de Zaligmaker bemiddelen voor de mensheid.

Schilderij “De Aanbidding van de Herders”

Pieter Paul Rubens ca. 1609

Dit werk van ca. 1609 zou een van de eerste zijn die Rubens na zijn terugkeer uit Italië in Antwerpen schildert. Blijkbaar is er al snel een band tot stand gekomen tussen de predikheren en Rubens. Een dergelijk werk met reuzeafmetingen (4 m h x 3 m b) kan enkel bedoeld zijn voor een groot altaar, maar welk weten we niet.

Iconografisch

Rubens herneemt de compositie van het gelijknamige werk dat hij amper een jaar eerder al uitvoerde voor de Oratorianenkerk van Fermo, maar gezien zijn gestage evolutie naar de barok getuigt dit werk al van een vrijere en krachtigere makelij. Nog sterk onder de invloed van Caravaggio hanteert Rubens overwegend bruine tonen en een uitgesproken clair-obscur. Die belichtingswijze wordt hier ingeschakeld om de spirituele betekenis te illustreren van het Jezuskind als ‘Licht van de wereld’, of zoals de uitgebreidere geloofsbelijdenis van Nicea het formuleert over zijn geboorte: “Licht uit Licht”. Omdat Maria haar Pasgeborene aan de toegesnelde herders wil tonen en de doek omslaat, kan de lichtuitstraling van het Goddelijk Kind uitgaan. 

Voor de staande herder, uiterst links, is dit licht blijkbaar te sterk en daarom schermt hij zijn ogen af. Zo illustreert hij dat “het volk dat in duisternis zat, een groot licht heeft aanschouwd” (Mt. 4:16). Evenzeer symbolisch zijn de graanhalmen in de kribbe; zij verwijzen naar Jezus als ‘het brood dat uit de hemel is neergedaald’ (Joh. 6:41).

Hoe statisch en stereotiep het tafereel op het eerste gezicht ook moge lijken, toch heeft Rubens er meer beweging in weten te brengen. Ofschoon alle vier de herdersfiguren dezelfde bewondering delen, wordt elk van hen geïndividualiseerd door een eigen geste en dankzij een verbluffende raccourci (verkorting) buitelt een engel met een ongewoon spectaculaire acrobatentoer uit de hemel neer.

Nadat het in 1794 werd opgeëist door de Fransen, kon het werk gelukkig terugkeren na Napoleons nederlaag in Waterloo. Het reusachtige doek vertoont nog sporen van de heldhaftige reddingsoperatie tijdens de rampzalige brand van 1968, toen het noodgedwongen uit de lijst werd gesneden.

De olieverfschets of modello (van de versie van Fermo, bewaard in de Hermitage te Sint-Petersburg, wordt ginds gedateerd 1608).

Daarnaast hangt O.-L.-Vrouw heelt Dominicus’ wonden van zelfkastijding (Gaspar de Crayer, ca. 1655). Dit schilderij hing op het Sint-Dominicusaltaar, tegen de noordkant van het koordoksaal. De rug van Dominicus vertoont bloedsporen van de gesel en om het middel draagt hij een keten met een zware steen op een erg gevoelige plek. Maria verschijnt hem om zijn pijn te verzachten.

Kerkelijke Samenspraak over het Heilig Sacrament

P.P. Rubens, ca. 1609

Ca. 1609 bestellen de dominicanen bij P.P. Rubens dit altaarstuk en de twee predellastukken Mozes en Aäron. Naar aanleiding van het nieuwe koordoksaal met twee zijaltaren wordt in 1654-‘56 het barokke sacramentsaltaar opgetrokken door Peter I Verbruggen. Uit esthetische (en andere?) motieven is het nieuwe altaar – aldus het contract – opgevat als een pendant van het tegenoverliggende Maria-altaar, dat vier jaar eerder is aangevat. Om netjes in dit portiekaltaar te passen wordt Rubens’ paneel in 1680 vergroot, vooral onder- en bovenaan, maar ook een weinig in de breedte (tot 377 x 246 cm),

Het schilderij wordt in 1616 De realiteit van het Heilig Sacrament genoemd, met andere woorden: De reële tegenwoordigheid van Christus in het Heilig sacrament. De aan het Italiaans ontleende term ‘dispuut’, waaronder dit schilderij bekend staat, is hier niet zozeer op te vatten als discussie bij een meningsverschil, maar als een samenspraak van gelijkgezinde katholieken die zoeken naar argumenten om dit geloofspunt over de eucharistie te staven. Dat het evenmin om een vrome aanbidding van het sacrament gaat, maar om een intellectuele dialoog, eigen aan de scholastieke traditie, wordt duidelijk gemaakt door de gesticulaties van gezaghebbende geleerden en kerkelijke ambtsdragers: “vingers worden opgestoken, wijzen, benadrukken, weerleggen en sommen de argumenten op”. De maniëristische, ietwat uitgelengde figuren zijn typisch voor Rubens’ beginperiode.

God de Vader, in hemels zachte kleuren van wit, roze en geel, en de zinnebeeldige duif van de Heilige Geest in het bovenste register onderlijnen Jezus’ reële aanwezigheid in de geconsacreerde hostie.

Dartele engeltjes houden de bijbelboeken open op zinsneden uit het Nieuwe Testament die de fundering vormen voor de realiteit van Jezus’ aanwezigheid in de eucharistie, maar opdat de toeschouwer de tekst vanop grote afstand zou kunnen lezen, is er per regel meestal slechts één lettergreep afgebeeld.

De ruitvormige compositie moet een spanningsveld creëren rondom de witte hostie, die gevat in een gotische cilindermonstrans, niet enkel iconografisch in het middelpunt van de belangstelling staat, maar aanvankelijk, vóór de vergroting van het paneel in 1680, ook formeel geheel centraal stond.

De bovennatuurlijke dimensie in het tastbare Heilig sacrament wordt beklemtoond doordat de witte hostie afsteekt tegen het hemelse, blauwe middenveld.

Dat blauw wordt in de kleurencompositie geflankeerd door de beide figuren op de voorgrond: links in een gouden koormantel, rechts in het kardinaalsrood. Zo wordt de trits van de hoofdkleuren netjes driehoekmatig verdeeld.

Ten tijde van de contrareformatie wil de katholieke Kerk haar visie, ook over de eucharistie, funderen tegenover de protestanten door een beroep te doen op gezagvolle theologen uit de, onverdachte, eerste eeuwen van het christendom. Daarom treden de vier grote westerse kerkvaders op de voorgrond. In 1794 voeren de Franse revolutionairen Rubens’ schilderij als oorlogsbuit mee naar Parijs. In 1815 keert het altaarstuk terug naar Antwerpen, in 1816 naar zijn oorspronkelijke plaats.

Ontdek hier de haarfijne details van het Dispuut, met dank aan het Gigapixel Museum van Gilles Alonso

Het tweede droeve mysterie De Geseling

P.P. Rubens, geschonken in 1617

Na zijn terdoodveroordeling door het Sanhedrin en de instemming daarmee door de Romeinse landvoogd Pontius Pilatus om Hem te kruisigen, wordt Jezus eerst gegeseld (Mt. 27:26; Mc. 15:15). Christus staat met de polsen geboeid aan de geselkolom. Rubens laat Christus opzettelijk de toeschouwer de rug – schroefvormig – toekeren. Met deze expositie van de pijniging wil hij de toeschouwer tot medeleven bewegen en doorheen de emoties de devotie tot de Heiland versterken. 

Ook het coloriet wil bijdragen tot die emotionele bewogenheid. Door het contrast met de duistere kelders van het paleis van Pilatus en de donkere kledij van de beulsknechten wordt het naakte en bebloede lichaam van Christus des te meer belicht. Zelden werd het lichamelijk lijden van Jezus zo levensecht en zo direct in beeld gebracht. Rubens beoogt niets anders dan een regisseur die in een rauwe film Jezus’ passie in beeld brengt door minutenlang te focussen op het gruwelijke lot van de onschuldige. Je zíet hoe repen huid afgescheurd worden en het bloed in het rond spat. Terwijl de dramatiek in een film wordt opgevoerd door de striemende zweepslagen door de lucht te horen suizen en ze bij de gemartelde te horen áánkomen, moet Rubens zich beperken tot louter picturale middelen.

Met zijn arm die uit de lijst lijkt te komen, staat de beul op de voorgrond links op het punt er opnieuw op los te slaan. Dit gebaar versterkt ook de kracht waarmee hij op zijn slachtoffer afgeeft. Twee gespierde beulen, aan de rechterzijde, bewerken Jezus’ rug met een roede. De zwarte vooraan staat op het punt om met een opgeheven roede in beide handen er duchtig op los te slaan. Alsof dit nog niet volstaat, wordt Jezus in de kuiten getrapt door de zwarte beul om hem – letterlijk – door de knieën te doen gaan, terwijl de soldaat de witte lendendoek van Jezus’ lichaam aftrekt om Hem des te meer bloot te stellen aan de striemende slagen. “Dankzij Zijn striemen heeft Hij ons genezen” (Jes. 53:4), aldus de tweede lezing op de woensdag in de Goede Week.

De beulsknecht met ontbloot bovenlijf achteraan, lijkt met de linkerhand zijn ogen af te wenden en zijn hoofd af te schermen: kan hij deze gruwel niet langer aanzien of wil hij zijn gelaat beschermen tegen de in het rond spattende bloeddruppels? Of veegt hij zich het zweet van het voorhoofd om te insinueren welke inspanning hij zich reeds getroost heeft om zich van zijn duivelse taak te kwijten? Rechts onderaan kijkt een hond grimmig toe.

Naast enkele compositorische aanpassingen, verschillen ook meerdere details van de olieverfschets (Gent, Museum voor Schone Kunsten).

Schenker: koopman Louis Clarisse; zijn zoon Marcus Antonius treedt in bij de Antwerpse dominicanen.

De teksten en foto’s die op deze pagina vermeld worden zijn voor het grootste deel overgenomen uit de website van Toerisme Pastoraal Antwerpen: www.topa.be – waar u ook de volledige versie kan consulteren. We hebben bij de redactie eigen accenten gelegd en relevante foto’s toegevoegd.

De teksten en foto’s over de Sint-Pauluskerk op de website van TOPA zijn ook gepubliceerd in het meest recente standaardwerk over onze kerk, dat tijdens de bezoekuren te koop is aan de balie, een echte aanrader:

Rudi MANNAERTS, Sint-Paulus, de Antwerpse dominicanenkerk, een openbaring. Het is een uitgave van vzw Maria-Elisabeth Belpaire en vzw Toerismepastoraal Antwerpen, met steun van het Willy Hendrickx fonds, ISBN 9789080645165.

We danken E.H. Mannaerts en zijn gedreven team voor de toelating om uit zijn werk te kopiëren voor deze website van de Sint-Pauluskerk.

Nieuwsbrief

Blijf op de hoogte

We verzenden een wekelijkse nieuwsbrief met activiteiten en informatie over Sint Paulus.

Inschrijven