De pastoor van onze parochie, Didier Croonenberghs o.p. of één van zijn medebroeders – Dries, Kiran, Francis, Justin of Anton – houden tijdens de zondagsviering een homilie. Een wekelijkse pastorale handleiding voor de gelovigen op basis van het evangelie. Hieronder vindt u de preek van de voorbije week:
Beste zusters en broeders,
Heeft Jezus ooit gelachen? Volgens het sinistere personage ‘broeder Jorge’ in Umberto Eco’s roman De naam van de roos is het antwoord duidelijk: nee. Nee, want… het staat nergens in het Evangelie. Bijgevolg kan hij niet verdragen dat andere broeders in zijn abdij lachen. Ik zou me niet zo snel willen afmaken van deze vraag als broeder Jorge, al was het maar omdat het Evangelie best veel humor bevat. Vandaag zou ik de vraag echter willen verbreden, opentrekken. Niet enkel naar de lach van Jezus, maar naar al zijn emoties. Want vandaag – en dat staat wel zwart op wit in het Evangelie – lezen we dat Jezus huilt.
Om de tranen van Jezus te verstaan, moeten we een stap terugzetten, de zaak vanop afstand beschouwen. Wij belijden dat God in zijn Zoon Jezus mens is geworden. Mens geworden, dat betekent: met een lichaam – handen en voeten – maar ook met een innerlijk leven, dus met emoties. Blijdschap, vertedering, woede, verdriet… het is Jezus al niet vreemd. Denk maar aan zijn boosheid wanneer hij ziet hoe de commerçanten de Tempel ontheiligen, het huis van zijn Vader. Of denk maar aan zijn reactie op de rijke jongeling: “Jezus keek hem liefdevol aan”. Zo’n ‘emotionele’ Zoon van God kan op zich sympathiek zijn. Maar Hij moet ook niet té veel op ons gelijken: want dan riskeert Hij even wispelturig, koleriek, hypersensitief te zijn zoals mensen dat dikwijls kunnen zijn.
Drie gedachten kunnen ons helpen uit deze impasse te geraken, tussen enerzijds de mens Jezus die volgens het Evangelie duidelijk emoties vertoont, en anderzijds de Zoon van God Jezus die zijn emoties toch moet kunnen beheersen. De eerste gedachte: wanneer Sint Augustinus de passages in het Evangelie becommentarieert waarin Jezus huilt – want dat doet Hij niet enkel om zijn vriend Lazarus, maar bijvoorbeeld ook om de zondigheid van de stad Jeruzalem – noemt Hij dit verdriet een “modulatie van Gods liefde”. Een modulatie, zoiets als “een variatie op hetzelfde thema” in de muziek. Wanneer de Zoon van God huilt, is het niet omdat Hij op het randje van een depressie staat, maar omdat Hij liefheeft. Datgene of diegene waarom Hij huilt, heeft Hij lief. Het zijn dus geen tranen van passiviteit, van “ik leg mij er bij neer”, maar wel van een beweging naar de ander toe, van liefde, van engagement, van verbinding.
Dat brengt me bij een tweede gedachte. Jezus’ tranen zijn dus geen goedkope emotie, wat gesnik en daar blijft het dan bij. Nee, Jezus is bij uitstek diegene die voorbij zijn emotie weet te gaan. Dat kan op twee manieren: ofwel door de situatie waarover Hij boos of verdrietig is te veranderen (denk maar aan de grote kuis op het Tempelplein, of de verrijzenis van Lazarus vandaag) ofwel door iets in zichzelf te veranderen, een andere houding tegenover de situatie aan te nemen. Hier kunnen we denken aan Jezus in het Hof van Olijven, die de nacht biddend doorbrengt, wetende dat Hij gearresteerd, veroordeeld en uiteindelijk gekruisigd zal worden. Jezus eist niet van zijn Vader dat de loop van wat komen gaat zal veranderen, maar vraagt dat in datgene wat komen gaat zijn wil aan die van de Vader gelijk zal zijn: “niet mijn wil, maar uw wil geschiede”, ofwel laat mijn wil opgaan in de uwe. Jezus gaat voorbij zijn eigen emoties door iets in zichzelf te veranderen.
Een derde en laatste gedachte. Niet altijd zijn wij bij machte om situaties van verdriet te deblokkeren, of een andere innerlijke houding ertegenover aan te nemen. Wij kunnen geen mensen uit de doden opwekken, en wanneer iemand van ons heengaat worden we soms verlamd door verdriet. Een van de mooiste passages uit het Evangelie situeert zich onmiddellijk na Jezus die zegt dat niet zijn wil, maar die van de Vader moge geschieden. God stuurt hem “een engel om Hem te vertroosten”. God is diegene die ons zo liefheeft dat Hij om ons tranen kan laten, maar ook ons zo liefheeft dat Hij alles zal doen om ons te troosten. In het eucharistisch gebed straks zullen wij bidden dat God zijn Geest zou zenden over ons, zijn Geest die de “Vertrooster” is. Ja, in Jezus weent God. Maar in Jezus is Hij ook diegene die onze tranen wist. Zoals het boek Openbaring zegt: “Hij zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geklaag, noch moeite zal er meer zijn, want de eerste dingen zijn voorbijgegaan. En Hij, die op de troon gezeten is, zal zeggen: Zie, Ik maak alle dingen nieuw.” Amen.
vorige preken
Nieuwsbrief
We verzenden een wekelijkse nieuwsbrief met activiteiten en informatie over Sint Paulus.