Preken

Terug naar overzicht

Preken

Preek van de week: 27 april 2025 - Francis Akkara o.p.

De pastoor van onze parochie, Didier Croonenberghs o.p. of één van zijn medebroeders houden tijdens de zondagsviering een homilie. Een wekelijkse pastorale handleiding voor de gelovigen op basis van het evangelie. Hieronder vindt u de preek van de voorbije week: 

Mijn Heer en mijn God!

We hebben het allemaal wel eens meegemaakt, toch? Je opent een doos met een puzzel en vindt een warboel van losse stukjes: randjes, hoekjes, vormen die nergens op lijken te passen. Je kijkt en denkt: “Hoe gaat dit ooit één geheel vormen?” Maar stukje bij beetje begin je te proberen. Soms door vallen en opstaan, door verkeerde pogingen, maar langzaam ontstaat er iets herkenbaars. Het proces is rommelig, soms frustrerend, en toch: uiteindelijk zie je het beeld dat je aan het begin onmogelijk kon vermoeden.

Geloof is, denk ik, vaak net zo. Er zijn momenten waarop ons leven aanvoelt als een verzameling losse puzzelstukken — vragen, twijfels, pijn — en we zien niet hoe het ooit een betekenisvol geheel kan worden. We zoeken dat ene stukje dat alles op zijn plaats doet vallen. Zoals Thomas, de leerling die we vandaag in het Evangelie ontmoeten. Thomas, vaak genoemd “de ongelovige”, maar misschien beter te verstaan als iemand die eerlijk worstelt om te geloven na alles wat hij heeft meegemaakt.

De kruisiging van Jezus had Thomas’ wereld verbrijzeld. De stukjes van zijn geloof lagen verspreid in verdriet, teleurstelling en angst. En dan, plots, het ongelooflijke bericht: Jezus leeft! Kan dat waar zijn? Thomas verlangt niet naar mooie woorden; hij verlangt naar echte aanraking, naar zekerheid die hij kan vasthouden. Hij zegt het ook heel duidelijk: “Als ik niet de wonden zie en mijn vinger leg in de tekenen van de spijkers, zal ik niet geloven”.

Dat verlangen herkennen wij toch allemaal. Ook wij kennen momenten van twijfel en zoeken naar houvast. Soms voelt geloven alsof we puzzelstukjes in onze handen hebben die niet lijken te passen. In zulke tijden kan twijfel verlammend lijken. Maar Jezus laat ons zien dat twijfel geen vijand van het geloof is. Integendeel: het is vaak de plek waar het echte geloof kan groeien.

De Verrezene wijst Thomas niet af. Hij veroordeelt zijn verlangen naar tastbaar bewijs niet. Integendeel, Jezus nodigt hem uit: “Breng je vinger hier en kijk naar mijn handen. Steek je hand uit en leg die in mijn zijde. Wees niet langer ongelovig, maar geloof.” Jezus toont dat geloof niet ontstaat door afstand te houden van onze vragen en wonden, maar juist door ermee in aanraking te komen.

De Tsjechische theoloog Tomáš Halík verwoordt het treffend: geloven betekent niet dat we het lijden en de breuken in ons leven ontkennen, maar dat we ze durven aanraken. De wonden van Christus zijn niet verborgen of weggewerkt; ze zijn zichtbaar en tastbaar. In het aanraken van die wonden — in Hem, maar ook in de gebrokenheid van deze wereld — ontmoeten wij de Verrezene werkelijk.

Zo leert Thomas ons dat geloof niet alleen bestaat uit duidelijke antwoorden of een sluitend bewijs. Echte geloofsgroei ontstaat wanneer wij ons niet afsluiten voor de pijn en de onzekerheid, maar ermee in dialoog gaan. Geloof vraagt dat wij ons kwetsbaar maken, zoals Thomas zich kwetsbaar maakte, toen hij zijn hand uitstak naar de wonden van zijn Heer.

In onze tijd zijn we vaak geneigd om twijfel te verbergen of te zien als een gebrek aan geloof. Maar juist in het toegeven aan onze diepste vragen, in het eerlijk onder ogen zien van onze onzekerheid, ontstaat ruimte voor een dieper, authentieker vertrouwen. Jezus nodigt Thomas niet uit om te vluchten voor zijn twijfel, maar om haar werkelijk aan te raken. En datzelfde doet Hij ook vandaag met ons.

Thomas’ uitroep, “Mijn Heer en mijn God!”, is niet het resultaat van verstandelijke overtuiging alleen. Het is de vrucht van een intieme, persoonlijke ontmoeting met de levende Christus. De losse stukken van zijn geloof vallen op dat moment samen. Wat eerst verbroken en onbegrijpelijk leek, wordt door de aanraking met de Verrezene opnieuw verbonden.

Ook in ons leven wil Christus aanwezig zijn juist daar waar wij pijn voelen, waar wij vragen hebben, waar wij zoeken. Daar waar wij onze eigen en andermans wonden niet uit de weg gaan, daar waar wij in kwetsbaarheid durven staan, komt Hij ons tegemoet. Geloof betekent niet dat alle puzzelstukjes direct passen; geloof betekent dat wij blijven reiken naar Hem, ook door onze twijfels heen.

“Zalig zij die niet zien en toch geloven,” zegt Jezus. Deze woorden zijn geen verwijt, maar een bemoediging. Ze spreken tot iedereen die het waagt te geloven ondanks open vragen, ondanks gebrokenheid, ondanks het gemis aan tastbare bewijzen. Geloof is niet een kwestie van zekerheid; het is een kwestie van vertrouwen.

Denk eens aan je eigen leven. Hoe vaak leek het alsof alles uiteenviel, alsof het verhaal van je leven geen betekenis had? Misschien voel je dat nu zelfs. Maar geloof vraagt niet dat we het hele plaatje al zien. Geloof vraagt dat we ons openstellen voor de aanraking van God, zelfs midden in de chaos. Juist in het contact met onze eigen wonden en die van anderen, ontstaat de ruimte waarin de opgestane Heer ons tegemoetkomt.
Geloof is geen rechte weg. Het is een weg vol omwegen, vragen, worstelingen en ontmoetingen. Maar het is ook een weg waarop Christus zelf ons steeds weer uitnodigt: om dichterbij te komen, om Zijn wonden aan te raken, om onze handen uit te steken naar Zijn liefdevolle, gewonde hart.

En wanneer wij dat doen, wanneer we de moed hebben om echt te zien en aan te raken, dan kan ook uit onze mond die diepe, eenvoudige belijdenis klinken: “Mijn Heer en mijn God!”


Nieuwsbrief

Blijf op de hoogte

We verzenden een wekelijkse nieuwsbrief met activiteiten en informatie over Sint Paulus.

Inschrijven